In het boek “Zorg en de Staat” heeft Abram de Swaan een treffend model gemaakt om de samenhang van talen te visualiseren. Hij heeft dit de bloemfiguratie van talen genoemd op grond van het simpele feit dat de meest geschikte grafische weergave van een dergelijke figuratie de vorm van een bloem heeft, met de regionale taalgemeenschappen als de bloemblaadjes en de categorie van de lingua franca-sprekers (was lang het Latijn) als het hart, dat elk bloemblaadje overlapt.[1]
De talen die aan de Europese koninklijke hoven werden gesproken, verdrongen in de loop der eeuwen geleidelijk aan de regionale taalgemeenschappen (de bloemblaadjes). Dat was trouwens ook het geval met het Latijn, zeer tegen de zin van de clerus.
De koninklijke hoven legden het gebruik van de hoftaal op aan de landadel. Als gevolg daarvan werden de lokale elites doorgaans tweetalig. Ze communiceerden in het regionale dialect en in de hoftaal, die daarmee ging fungeren als een nieuwe lingua franca.
Wie die taal niet kon lezen of spreken, bleef gebonden aan de lokale
taalgemeenschap en zag zich afgesneden van het culturele en politieke leven.
In bijna alle Europese landen (of beter “- talen”) was er begin twintigste eeuw een taalunificatie. Dat betekent dat bijna iedereen het respectieve lingua franca ging spreken, verstond en/of ging schrijven.
Het grondgebied van België had echter altijd de invloed ondergaan van zowel de Germaanse als de Latijnse wereld. Dat bracht een cultureel pluralisme met zich mee en een duidelijk onderscheid in taalgemeenschappen.
Men kon stellen dat er in België enkel bloemblaadjes bestonden en geen hart (geen lingua franca).[2]
Bij het ontstaan van België in 1830 was dat pluralisme er dus ook. Het zijn nu net deze verschillen in taal, in cultuur, ... tussen de verschillende landsdelen, die aan de oorsprong liggen van de moeilijkheden die wij nu vandaag de dag kennen op communautair vlak.
Bruno De Wever (Universiteit Gent) voerde enkele weken geleden aan dat het actuele communautaire conflict het product is van bovenstaande historische ontwikkeling. Deze had volgens hem ook een ander verloop kunnen hebben. Hij meent dat de politieke elites hun beleid niet altijd adequaat hebben afgestemd op de veranderende sociale omstandigheden. Ook vandaag veranderen de omstandigheden zeer snel door de sociaaleconomische schaalvergroting of mondialisering en het oprukken van het Engels als internationaal communicatiemiddel. Of dat een uitkomst kan bieden voor het federale België, zal moeten blijken.
Hij suggereert daarmee in een publicatie, die verscheen op de internetsite van de denktank Rethinking Belgium - die nadenkt over de toekomst van ons land - dat het Engels als nieuwe lingua franca zou kunnen dienen voor de Belgische overheid. [3]
Op de Europese Dag van de Talen wou ook onderwijsminister Pascal Smet de discussie van het gebruik van de Engelse taal op de Europese agenda zetten, maar meteen explodeerde ook een taalbommetje in ons land.
“Engels is een zodanig belangrijke taal geworden, dat je er nog maar moeilijk omheen kan. Niet Frans maar Engels moet in onze Vlaamse scholen de tweede taal worden.” Blokletterde een populaire krant de woorden van de minister”. [4]
Ik vind dit op het eerste gezicht niet eens een zo slecht idee als je ziet hoe Engels bijzonder snel oprukt in onze dagelijkse leven. Engels als lingua franca is misschien wel de oplossing voor België.
Geef toe! Walen kunnen het blijkbaar niet meer vinden met de Nederlandstalige inwoners van het land dat België heet (en dit geldt blijkbaar ook omgekeerd). Van een nationale gemeenschap kan men dus niet spreken in België. De mensen die er wonen hebben geen enkele verbondenheid met elkaar en net dat is nodig om van een nationale identiteit te kunnen spreken. [5] Taal, maar ook de Belgische identiteit, de nationale verbondenheid staat vandaag de dag hoog op de politieke agenda.
De moeilijkheid is volgens mij is dat “taal” en “identiteit” door elkaar worden gebruikt.
Wat is identiteit?
Men spreekt van identiteit als mensen zich met bepaalde culturele kenmerken gaan identificeren. Mensen gaan zich identificeren met bepaalde kenmerken, niet alleen door dingen te benoemen die bij hen 'horen', maar ook door dingen te benoemen die typisch bij anderen horen. Bepaalde mensen horen erbij, en anderen niet. [6]
Wat is taal?
Taal is een stelsel van klanken, letters, woorden en grammatica, dat mensen gebruiken om met elkaar te communiceren. Maar taal is niet alleen een communicatiesysteem. Het is ook een drager van cultuur. Taal wordt onder andere gebruikt om ideeën en praktijken van een cultuur te verspreiden.
Net taal is een probleem in België. Noord en Zuid begrijpen elkaar zo goed als letterlijk niet. Wij kunnen niet met elkaar communiceren. Niet alleen spreken wij een andere taal, wij hebben zoals eerder aangegeven, ook een andere cultuur.
Besluit
In België bestaat overduidelijk en historisch gezien geen lingua franca. Misschien zit de redding van het vaderland wel in de Engelse taal. Nu al communiceren Waalse en Vlaamse jongeren in het Engels onder elkaar. Engels is ook niet meer weg te denken in de taal van de jongeren en of men het nu wil of niet, Engels is (nog steeds) de economische wereldtaal. Wordt het geen tijd om in Vlaanderen en Wallonië immersiescholen op te richten die een aantal vakken niet meer in de ‘regionale’ moedertaal geven maar in de lingua franca: het Engels?
Voor de lezers van deze blog wil ik één ding duidelijk stellen. Zelf ben ik niet fanatiek met “mijn” taal bezig. Op het moment dat ik dit schrijf, verblijf ik bij Engelstalige vrienden in Florida (Amerika). Hoewel ik van mezelf niet vind dat ik het Engels perfect spreek, word ik hier voortdurend gefeliciteerd met mijn kennis. Men is bovendien verbaasd dat ik ook het Spaans machtig ben. Ik volg al 5 jaar Spaanse les en in Miami spreekt 70% van de inwoners Spaans. Ik bevind mij hierdoor in een comfortabele situatie. Met dank aan mijn taalleraren. Taal is een manier om te communiceren en hoe meer talen wij spreken hoe comfortabeler onze positie.
[1] DE SWAAN. A., Zorg en de staat, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1989, pp. 68-89. [2] Ibidem
[4] Het Nieuwsblad, 26 september 2010.
[5] GREVER, M., & RIBBENS , K., Nationale identiteit en meervoudig verleden, Amsterdam: Amsterdam University Press, 15 oktober 2007, pag 17.
[6] VREDELING, B. en KORBEE, R., de Encyclopedie van de Antropologie, (http://www2.fmg.uva.nl/encyclopedie_antropologie/index.cfm?doc=credits%20wiki)
[6] VREDELING, B. en KORBEE, R., de Encyclopedie van de Antropologie, (http://www2.fmg.uva.nl/encyclopedie_antropologie/index.cfm?doc=credits%20wiki)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten