"Dura Lex, Sed Lex" staat gebeiteld op het monument van de personeelsleden van de vroegere Rijkswacht die het leven lieten bij de dienstuitvoering.
![]() |
Monument van de Rijkswacht - Elsene |
Het was dus voor de politiediensten van belang vooral de wet en zijn rechterlijke interpretatie te kennen. Zo wisten ze in alle omstandigheden wat ze moesten doen. Hierbij waren de toepassingsrichtlijnen van het eigen korps het houvast voor de politieambtenaar bij de dienstuitvoering.
De uitvoeringswijze was dus meestal duidelijk en dwingend.
De tijden zijn veranderd!
Na de tweede wereldoorlog is de politie stilaan geëvolueerd van een wetsuitvoerende over een gezag trouwe naar een gemeenschapsgerichte politie Tegenwoordig staan ze in voor een genegotieerd beheer van de publieke ruimte.
Wat ging vooraf?
De Rijkswacht verloor zijn status van militaire politie en werd onder beheer geplaatst van de minister van Binnenlandse Zaken[1].
De wet op het politieambt[2] bevestigde formeel de reeds lang veranderde visie op een modern politiewezen.
De Rijkswacht verloor zijn status van militaire politie en werd onder beheer geplaatst van de minister van Binnenlandse Zaken[1].
De wet op het politieambt[2] bevestigde formeel de reeds lang veranderde visie op een modern politiewezen.
Structureel werd de fundamentele wijziging van het politielandschap bevestigd door de integratie, in 1998, van de Rijkswacht, de gemeentepolitie en de gerechtelijke politie in een enkele geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus.[3]
Hierbij is artikel één van de WPA zeer belangrijk:
"Artikel 1. De politiediensten vervullen hun opdrachten onder het gezag en de verantwoordelijkheid van de overheden die daartoe door of krachtens de wet worden aangewezen
Bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie, waken de politiediensten over de naleving en dragen zij bij tot de bescherming van de individuele rechten en vrijheden, evenals tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij.
Om hun opdrachten te vervullen, gebruiken zij slachts dwangmiddelen onder de voorwaarden die door de wet worden bepaald."
Dit wetsartikel zet duidelijk de toon:
1. De politiediensten voeren hun opdrachten niet enkel op grond van de wet uit maar doen dit onder gezag en de verantwoordelijkheid van de bestuurlijke en gerechtelijke overheden;
2. De politiediensten hebben geen louter reactie-repressieve rol maar dienen actief bij te dragen tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij;
3. Hierbij moeten zij niet enkel de individuele rechten van de burgers naleven en doen naleven, maar tevens bijdragen tot de verwezenlijking ervan;
4. De politiediensten hebben weliswaar het recht om bij het vervullen van hun opdrachten desnoods dwang te gebruiken maar enkel onder de door de wet bepaalde voorwaarden.
Deze vernieuwde visie op de politie maakt van de politie een partner van andere diensten, organisaties en burgers om samen onder het gezag van de bestuurlijke en gerechtelijke overheden het algemeen belang niet enkel te beschermen, maar ook mee te realiseren.
Dit vergt echter een duidelijk begrip van de rol van elk van de partners in het veiligheidsgebeuren en ook, eerder dan in welk reglement, denkschema's en voorbeelden van goede praktijktoepassingen (best practise). Ook voor de overheden is deze vernieuwde maar ook verscherpte verantwoordelijkheid in de praktijk niet evident om dragen.
De maatschappij en de wetgeving zijn veel complexer geworden en ook de vernieuwde staatsstructuur zorgt voor een kluwen van verantwoordelijkheden in verschillende materies. De tijd waarin de federale minister de uiteindelijke verantwoordelijke politieminister was is ver vervlogen. Geen enkele overheid heeft een exclusieve bevoegdheid over de politie en kan dus uitvoeringsrichtlijnen opstellen voor het geheel van het politieoptreden.
De politiestructuur werd grondig hervormd met de oprichting van een federale politie en 195 lokale politiezones. Daarbij staat de federale politie in voor een aantal steunopdrachten en gespecialiseerde opdrachten maar zonder hiërarchische band met de lokale politie.
Geen enkele dienst van de politiestructuur kan dus haar inzichten over de politieaanpak opleggen aan de federale en lokale politie.
De federale politie vormt samen met de 195 lokale politiezones de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, namelijk dat van de lokale en dat van federale politie. Beide niveaus werken autonoom, maar ze werken ook samen om een geïntegreerde politiezorg te verstrekken.
Om het geïntegreerde karakter te benadrukken:
- Is er eenheid van rekrutering en selectie en is de opleiding gelijk voor iedereen.
- Hebben alle politieambtenaren een gemeenschappelijk statuur. Dit eenheidsstatuut betekent dat voor de leden van zowel de federale als van de lokale politie dezelfde regels gelden inzake bevordering, evaluatie, tucht, bezoldiging en pensioen;
- Zijn in het kader van de mobiliteit alle betrekkingen binnen beide niveaus toegankelijk voor zowel het ene als van het andere niveau;
- Is er een afstemming tussen de lokale en de federale politieplannen (het zonaal en het nationaal veiligheidsplan);
- Bestaat er een deontologische code voor alle personeelsleden van alle politiediensten;
- Werken het unieke communicatienetwerk, de algemene nationale gegevensbank, de communicatie-en informatiecentra die instaan voor de dispatching van de ploegen op het terrein als schakels tussen de federale en de lokale politie
film : Peter Dierickx
Bedrijfsfilm van de politiezone Het Houtsche (2010)
De lokale politie
Het lokale niveau bestaat uit politiezones. België telt 195 politiezones waarvan er 50 het grondgebied van één gemeente bestrijken, “één-gemeenten-zones” genaamd, 146 zones groeperen om geografische of operationele redenen meer dan één gemeente en worden “meer-gemeenten-zones” genoemd.
De omvang en de aard van de lokale politiezones kunnen sterk verschillen afhankelijk van de oppervlakte, de verstedelijkingsgraad, …
De lokale politie telt bijna 33.000 personeelsleden. In de grootste zones werken 1500 tot 2800 personen, in de kleinere zone ongeveer 50 personen. Elke zone staat onder leiding van een korpschef.
De opdrachten van de lokale politie
De lokale politie verzekert de basispolitiezorg, meer bepaald alle opdrachten van bestuurlijke (handhaving van de openbare orde, verkeershandhaving, …) en gerechtelijke politie (onderzoeken) die nodig zijn voor het beheersen van lokale gebeurtenissen en fenomenen die zich voordoen op het grondgebied van de politiezone
Concreet betekent dit dat elke zone ten minste de zeven basisfunctionaliteiten moet verzekeren:
· Wijkwerking
· Onthaal
· Interventie
· Politionele slachtofferbejegening
· Lokale recherche
· Handhaving openbare orde
· Verkeer
De lokale politiezones waarborgen een gelijkwaardige dienstverlening aan de hele bevolking. Concreet betekent dit dat de burgers recht hebben op dezelfde kwalitatieve dienstverlening, waar ook in België.
In sommige politiezones kunnen politie-inspecteurs zich in verschillende domeinen specialiseren (hondenbrigade, motorbrigade, lokale recherche, audiovisueel verhoor van kinderen, …).
De federale politie
De federale politie staat in voor de gespecialiseerde politiezorg en de ondersteunende opdrachten.
Ze vervult niet alleen gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, maar ook “supra-lokale” opdrachten, die het grondgebied van een politiezone overschrijden, en levert steun aan de lokale politie.
Inzake gerechtelijke politie is de federale gerechtelijke politie onder meer belast met de prioritaire fenomenen die tot de zware georganiseerde criminaliteit behoren, zoals:
- De criminaliteit tegen personen: agressie, verdwijningen, drugs, terrorisme en sekten, mensenhandel;
- De criminaliteit tegen goederen: voertuigdiefstallen, inbraken, hormonenzwendel, georganiseerde diefstallen, diefstallen gewapenderhand, ernstige aantastingen van het milieu, wapenzwendel;
- De economische en financiële criminaliteit: oplichting, fraude, witwassen en computercriminaliteit.
De laboratoria van de technische en wetenschappelijke politie maken ook deel uit van de federale gerechtelijke politie.
De federale gerechtelijke politie beschikt in elk gerechtelijk arrondissement (België telt er 27) over een gedeconcentreerde gerechtelijke directie, waarin gespecialiseerde politieambtenaren onderzoeken uitvoeren onder leiding van de bevoegde gerechtelijke overheden.
Inzake bestuurlijke politie staat de federale politie onder andere in voor:
- De wegpolitie op de autosnelwegen (ongeveer 1800 km) en op bepaalde rijkswegen met dezelfde kenmerken als de autosnelweg (zo’n 330 km);
- De spoorwegpolitie langs de spoorwegen en in sommige station;
- De scheepsvaartpolitie op de Noordzee en op de waterwegen;
- De luchtvaartpolitie in de nationale luchthaven en de vijf regionale luchthavens;
- De immigratie- en grenscontrole;
- De beveiliging van de Koninklijke Familie en van het operationeel NAVO-kwartier SHAPE;
- De gespecialiseerde beveiliging van goederen (zoals waardetransporten) en van bijzondere personen (VIP’s)
![]() |
Foto : Jacques Vanderplasschen |
Een concreet voorbeeld: in een grootstad wordt een grootschalige manifestatie georganiseerd. Indien de lokale politie voor de begeleiding van deze manifestatie steun gewenst, kan ze een beroep doen op de federale politie, die gespecialiseerd personeel en materiaal ter beschikking kan stellen voor de openbare orde.
Tot slot verleent de federale politie steun aan zowel de federale politie als aan de lokale politie op het vlak van human resources, financiële en materiële middelen (logistiek, ict, …)
De federale politie wordt geleid door een commissaris-generaal en drie directeurs-generaal en telt ongeveer 15000 personeelsleden.
Meer weten?
surf naar http://nl.wikipedia.org/wiki/Politie_in_Belgi%C3%AB
Meer weten?
surf naar http://nl.wikipedia.org/wiki/Politie_in_Belgi%C3%AB
[1] Wet van 18 juli 1991 tot wijziging van de wet van 2 december 1957 op de Rijkswacht en van de wet van 27 december 1973 betreffende het statuut van het personeel van het actief kader van het operationeel korps van de Rijkswacht en houdende demilitarisering van de Rijkswacht, B.S. 22 december 1992, hierna WPA.
[2] Wet op wet politieambt, B.S. 22 december 1992, hierna WPA
[3] Wet van 17 november 1998 houdende integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de Rijkswacht, B.S. 11 december 1998
Geen opmerkingen:
Een reactie posten